Heupdysplasie (HD)

 

Heupdysplasie (HD) is een ontwikkelingsstoornis van de heupgewrichten. Het kan erfelijk zijn, maar omgevingsfactoren spelen ook een rol bij de ontwikkeling. Een hond kan veel last hebben van HD, maar dat hoeft niet. Aan de buitenkant kun je niet zien of een hond HD heeft, dus als je hond goed kan lopen, hoeft dat nog niet te zeggen dat zijn heupen perfect zijn. Om echt te kunnen zien of je hond HD heeft, zijn (digitale) röntgenfoto’s van zijn heupen nodig.

 

Hoe gaat het HD-onderzoek bij honden?

Heupdysplasie wordt vastgesteld door middel van lichamelijke en röntgenologisch onderzoek. Met röntgenfoto’s kan de bouw van de heupgewrichten en de mate van artrose worden beoordeeld. Bij het beoordelen van de röntgenfoto’s wordt er gekeken naar de vorm en aansluiting van de heupkoppen en -kommen. Ook wordt de diepte van de heupkommen gecheckt en wordt er gekeken of de heupgewrichten er nog goed uitzien. Bij het lichamelijk onderzoek wordt gelet op de bewegingsmogelijkheden van de heupen. 

 

Onder narcose

Het onderzoek zal onder sedatie (lichte narcose) uitgevoerd worden. Een volledige verdoving is niet nodig. 

 

uitslag van het hd-onderzoek

Er zijn verschillende FCI-einduitslagen mogelijk:

  • HD A (=negatief): je hond is op basis van de röntgenfoto vrij van HD; dit betekent niet dat je hond geen “drager” van de afwijking kan zijn.
  • HD B (=overgangsvorm): op de foto’s zijn kleine veranderingen zichtbaar die het gevolg zijn van heupdysplasie.
  • HD C (=licht positief) op de foto’s zijn veranderingen zichtbaar die het gevolg zijn van heupdysplasie
  • HD D (=positief): je hond laat duidelijke veranderingen zien die passen in het ziektebeeld van HD.
  • HD E (=positief in optima forma): de heupgewrichten zijn ernstig misvormd.

Houd er rekening mee dat een HD A uitslag niet betekent dat je hond nooit last zal krijgen van HD. Omgekeerd betekenen duidelijke misvormingen ook niet dat de hond er beslist last van zal krijgen.